donderdag 17 mei 2012

Van een leien dakje

Dat ging het zeker niet op de avond van 16 mei jl. De Beamer zou naar "dun Lee" (garage van Boxel) vertrekken voor de apk. Ik had al gezien dat er nog steeds gifgroen bloed uit de radiateur liep, dus 1 probleem hadden we nog steeds. Waarschijnlijk de radiateur zelf die lekt. Godver de godver, dan denk je klaar te zijn……

Toch besloten om de boel aan te zwengelen en te rijden. Eerst Peut in de tank. En het grote moment is daar. Sleutel omdraaien, controle lampjes aan, en en en….tik tik tik tik. NIKS dus. Accu is definitief naar de eeuwige jachtvelden. Gelukkig zijn daar de startkabels. Hier had Mart het hele huis voor omgedraaid, en vond ze uiteindelijk in de meterkast. Daar liggen ze ook het best m.i. Klemmen erop, contact aan en moemoemoemoe-vraaaooooomm. Loopt. Ineens zijn alle 6 de pitten wakker en gorgelt de uitlaat als vanouds. Zou het dan toch goed komen. Honderden minuscule spinnetjes die over het linkerspatbord krioelde, zochten in allerijl vluchtwegen. Waarschijnlijk heeft moeder spin de BMW als ideaal onderkomen uitgezocht in de tijd van de overwintering. Ze had gelijk. En ze zijn allemaal tegelijk uitgekomen. Volgens Mart waren het allemaal broers en zussen omdat ze erg op elkaar leken.

Alles gaat nu snel, de Beamer staat inmiddels buiten. De loods gaat dicht. Ik moet alle zeilen bijzetten om de Beamer aan de praat te houden. Stationair lopen doet het mormel niet. Maar we kunnen weg…..of toch niet. Net voordat ik het fijne automaatbakje in de Drive wil zetten, komt er een hele bekende en penetrante geur binnenzwemelen. Vreemd, de poreuze leidingen hadden we allemaal vervangen. Even een blik onder de auto vanuit de bestuurderszetel gaf mijn onheilspellende gedachten een hoog waarheidsgehalte. Opnieuw een benzine lekkage. Maar nu ter hoogte van de benzinetank. De Beamer werkt voor de zoveelste keer niet mee en komt met een volgend probleem aanzetten.

Nadat alles weer op zijn plek staat in de loods, constateren wij een poreuze retourleiding. Na overleg besluiten we een stukje van de slang weg te snijden, en daarna opnieuw te monteren. Hopelijk is het voldoende om het euvel op te lossen. Slang eraf, zo zo wat een druk staat er op die leiding zeg. Het spuit er uit. Maar dan houdt het op en klaren we het werkje. Ik wilde eerder de tank even leegzuigen op de ouderwetse manier. Maar een slok euroloodvrij in de mond, is niet best. Roggelend kom ik op adem. Opnieuw wordt alles gecontroleerd; water, olie, lekkages. Dit keer lijkt alles droog en in orde. Omdat ik in de loods moet starten wil ik door de langzaam ontstane gifgassen wel snel uitrijden. Maar Mart zijn Chrysler staat er nog voor. Eerst pure benzine en daarna de verdampte versie ervan inhaleren.
Volgens mij kan ik weer 3 jaar van mijn leven afstrepen.

Daar gaan we. Wel veel moeite om de boel aan de praat te houden. Maar eenmaal rijdend, lijkt alles zeer puik te draaien. Motor klinkt als vanouds, geen trillinkje te bespeuren in de voorwielen, en ook bij remmen gaat het zijdeglad.


Sunny moods gaan over in inktzwarte regenwolken.

We zijn bijna bij Effen (een kerkdorp met een paar inwoners dat onderdeel is van de gemeente Breda) wanneer de temperatuur meter ineens helemaal in het rechterhoekje duikt. Daarbij komt ineens een onheilspellend rood lampje, gevolgd door een zachtklinkend –ding ding ding ding ding-. Ik kan maar 1 ding doen. Voor het piepkleine schooltje van Effen de Bmw de stoep op rijden en alles uitzetten. De stoom komt vanonder de straight six. Dit is serieuze shit. Kokend van woede sist de Bmw het uit. Ik ga proberen de druk van de ketel te halen door de radiator dop er rustig eraf te draaien. Ineens hebben we een geiser in Effen. Het kokend hete water spuit een kleine 2 meter hoog.

Wat the fuck is er nu weer aan de hand. Als ik het mag zeggen is na de lange winterslaap de thermostaat in de “dicht” stand blijven staan. En die veroorzaakt deze ellende. Een ander oplossing hebben we er niet voor. Maar wat nu. Effen is geen oord waar ik graag ben zo rond 23.30 uur. En vooral niet in deze kraakheldere waterkoude late avond met een eigenwijze tegenwerkende Beierse dame in haar nadagen. Wat zijn de mogelijkheden. Terug naar de loods, of verder naar de garage. We besluiten toch het laatste te doen. Nog 1 maal gaat bij Mart de telefoon, en een ietwat ongeruste wederhelft krijgt het verhaal in beknopte versie te horen, en dat we er nog niet zijn. Wat kan Galder ineens ver weg liggen.

Opnieuw slaat de Beamer aan. Weliswaar met een jumpstart van Martin’s PT Cruiser. Ik gooi de D erin en houdt de gang erin. De drempel worden met luid schrapen genomen. De auto is nog lager komen te liggen door de kleinere voorwielen. Dus raakt de voorbumper meerdere malen de grond.

De rode lamp en het geluidje gaan uit………de temperatuur blijft angstvallig tegen het rood aanzitten. Aan de rand van het aardedonkere galderse meren hoor ik een nieuw vreemd geluid vanuit het vooronder. Bij gas geven gaat de motor pingelen alsof het een diesel is. Ik denk maar aan 1 ding, ik moet de eindstreep, garage van Boxel, zien te halen. Ik hou de gematigde snelheid erin, totdat zo’n 4 km voor de eindstreep……….plof psssssst……..het angstaanjagend stil wordt.

Ik stap uit en de geur van landelijke grasvelden en mistige wegen wordt hartstochtelijk vermengd met de geur van hete koelvloeistof. SSSSSSSTTTT is het enige geluid wat ik hoor. Bij mij schiet er ineens een doemscenario door mijn gedachten. Sterft hier onze SHARKY-Beamer?

Mart en ik kijken elkaar aan, en proberen oplossingen te bedenken. Hier kan hij niet blijven. Hij is geschorst, niet verzekerd, geen apk, geen wegenbelasting. Dus hij kan en mag hier niet staan en zijn. Er is maar in ding te doen, opnieuw starten en gaan. Startkabels opnieuw erop, en dat is verdomde lastig in aardedonker buitengebied. Mart trekt de vonken vanonder zijn motorkap, en zegt, ….o godver, kabels verkeerd om!
De Bmw wordt gestart, maar klinkt anders. Ik vrees het ergste. Maar dan ineens vroooaaaar, daar is die verrekte Phoenix weer. De startkabels worden eraf gerukt, kofferbak dichtgesmeten en gazzzzzzz. Na 4 km staat de auto letterlijk voor de deur van Leo van Boxel. Ze heeft de laatste 4 km echt uit de spelonken van haar karterpan geperst. De papieren en sleutel gooien we in de brievenbus en hopen dat de schade mee gaat vallen. Sissend en stomend lijkt de Bmw te willen zeggen – aufwedersehen-. We maken nog een foto en gaan huiswaarts. We zijn allebei sceptisch over de naderende Carbagerun. Gaat het lukken om dit helemaal op het spoor te krijgen. Wat zullen de professionele monteurs van dun Lee hiervan zeggen. We wachten af, meer valt er niet te doen.

Maar 1 ding is heel zeker, TEAM 10 staat voorlopig nog niet aan de startstreep.

Wij houden u op de hoogte.

Door: John
www.realmenrealcars.co.cc

1 opmerking:

  1. Zal ik alvast mijn rekeningnummer geven om het sponsorgeld te retourneren?

    BeantwoordenVerwijderen